Jean Baptiste van Gysel

De distributiesector van de 19e eeuw tot nu

januari 2020

In 1929 werd de Amerikaanse economie zwaar getroffen door een zeer ernstige financiële crisis. Met enige vertraging werden ook de Europese landen in deze neerwaartse spiraal meegezogen. België bleef evenmin gespaard. Ook de distributiesector voelde daar de weerslag van. Zo kreeg één van de topafdelingen van de GMB, die van de Oosterse tapijten het bijzonder zwaar te verduren.

een indrukwekkende visionair

baron van gysel de meise

wikipedia

De ‘Société Anonyme pour la Revente d’Articles de Masse’, beter gekend onder de afkorting SARMA was in feite al in 1928, dus voor het uitbreken van de economische crisis ontstaan. Het bedrijf, gesticht door Jean Baptiste Van Gysel, was de eerste die de Belgische markt met het principe van enkelprijswinkels kennis liet maken.

 

Sarma kocht ‘en masse’ een beperkt aantal elementaire verbruiksgoederen en voedingswaren aan, en verkocht deze met een kleine winst per eenheid.

Bovendien waren er maar een vijftal vaste, afgeronde tarieven voor alle aangeboden koopwaren. Deze tarieven kwamen overeen met de bestaande munten en bankbiljetten, dus geen gedoe met wisselgeld en zo.
Deze verkooppolitiek moest een zo groot mogelijke ‘roulatie’ mogelijk maken: de stocks moesten snel over de toonbank gaan.

Zoals miljoenen druppeltjes samen een meer maken, moest de kleine winst per verkocht artikel door deze razendsnelle roulatie gecompenseerd worden. Sarma profileerde zich met agressieve reclamecampagnes als een soort volkswarenhuis, goedkoper dan het goedkoopste. De principes van zo’n winkels waren uiteraard in de VS bedacht, en naar Europa overgewaaid. Vooral in Duitsland – dat zwaar te lijden had onder de herstelbetalingen opgelegd door het verdrag van Versailles – waren ze aan een steile opgang begonnen. Door zoveel mogelijk bepaalde kosten te drukken, kon men de verkoopprijs laag houden.

Zo werd de winkelinrichting sober gehouden, waren de aangeboden merken minder bekend dan de traditionele A-merken en werd er ook beknibbeld op de service. Sarma nam niet meteen alle principes van een zuivere eenheidsprijswinkel over, maar toch in voldoende mate om kleinhandelaars behoorlijk zenuwachtig te maken.

De eerste Sarma-winkel opende op 6 oktober 1928 in de Rue Sainte Cathérine in Brussel. In minder dan zes maanden tijd werden nog eens zes extra nieuwe winkels geopend: Leuven, Brussel (Hoogstraat), Gent, Namen, Antwerpen en Charleroi. Vervolgens werden vier jaren besteed aan de mensen te laten wennen aan deze nieuwe formule. Leveranciers stonden immers erg wantrouwig tegenover de nieuwe formule, en vreesden dat hun winstmarge zou verkleinen. Potentiële klanten vreesden dan weer dat het drukken van de verkoopprijzen enkel maar kon door de kwaliteit in belangrijke mate naar beneden te halen.

Spottend werd beweerd, dat de afkorting in feite stond voor ‘société anonyme pour la récupération de marchandises anciennes’. Oorspronkelijk bleef commercieel succes dan min of meer uit, terwijl Sarma wel enorme investeringen had gedaan. Voor de nieuwe keten kwam de economische crisis dan ook als een soort godsgeschenk.

Van zodra de economische crisis zich ook goed in ons land liet voelen, zo omstreeks 1932, kwam het commerciële succes van de enkelprijswinkels inderdaad in een stroomversnelling. De bestaande Sarma’s werden uitgebreid en een reeks bestaande nieuwe verkooppunten werden aan de bestaande toegevoegd. Sarma begon eveneens tien goedkope restaurants en koffiebars uit te baten.

 

de concullega’s weren zich

Van Gysel richtte in 1933 ook de Nopri-keten op, die de franchisewinkels van Sarma groepeerde. In 1936 was Sarma-Nopri marktleider op het vlak van enkelprijswinkels. De tradionele grootwarenhuizen voelden uiteraard een gevaarlijke bui boven hun hoofden hangen. Een aantal reageerden door zelf goedkope enkelprijswinkels op te richten.

Zo startte de Bon Marché van Vaxelaire-Claes in 1932 met hun Pris-Unic- en Uniprix-verkooppunten. Ook de Innovation-groep richtte in hetzelfde jaar zo’n goedkopere dochtermaatschappij op, Priba. Het aanvankelijke succes van Sarma was echter zo groot, dat de twee anderen in 1934 al tot een verrassende tegenzet overgingen: Pris-unic, Uniprix en Priba werden in één maatschappij ondergebracht, geleid door beide grootwarenhuizen. De samenwerking tussen hen was er echter pas gekomen, nadat Sarma-baas Van Gysel de avances van Innovation had afgewimpeld.

Ook de trotse GMB zag zich verplicht om iets in deze zin te ondernemen. De groep had echter veel minder financiële armslag dan de Innovation en de Bon Marché. Een dochtermaatschappij met eigen verkooppunten oprichten lag niet binnen haar bereik. GMB Brussel besloot daarom om in de kelderverdieping van het grootwarenhuis aan de Anspachlaan met een gelijkaardige formule te experimenteren, onder de naam Primaprix. Dit gebeurde enigszins schoorvoetend, omdat het fiere huis bang was om met dit initiatief haar traditioneel (kapitaalkrachtig) cliënteel wat af te schrikken.

Wie zich ook verplicht voelde om op het Sarma-gevaar te reageren, waren de kleine zelfstandigen. Hoewel er geen cijfers bestaan om het fenomeen te staven, bestaat er geen twijfel over, dat hun winste een flinke knauw had gekregen sinds de doorbraak van de eenheidsprijswinkels. Net zoals het in een aantal buurlanden gebeurden, bundelden ze de krachten, en slaagden erin om een ‘grendelwet’ in het parlement goedgekeurd te krijgen. Deze wet – die tot 1959 van kracht zou blijven – verbood Sarma en konsoorten om nog nieuwe verkooppunten te openen. Zo werd Sarma gedwongen om andere pistes te zoeken, om aan verder expansie te kunnen doen.

Waar de Innovation en de Bon Marché waren overgegaan tot de oprichting van eenheidsprijswinkels, gebeurde hier de omgekeerde beweging. De GMB, het eerste moderne warenhuis van België zag haar beleid hoe langer hoe meer verstrengeld raken in dat van de Sarma-keten. Jean Baptiste Van Gysel kreeg uiteindelijk, in 1941, een zitje in de Raad van Bestuur van de GMB. Later, en tot aan zijn dood in 1956, was hij gedelegeerd bestuurder.

 

__________

BRONNEN  |    encyclopedia.com | asp.gva.be | retroscoop.com | wikipedia.org

DE DISTRIBUTIESECTOR

Parijs (1)

Parijs (1)

ParijsDe distributiesector van de 19e eeuw tot nuEinde 2011 werd Jean Baptiste van Gysel de Meise postuum ereburger-mecenas van Meise, mijn thuishaven in de noordrand van Brussel. Om zijn verhaal te kunnen vertellen tijdens de viering hiervoor, moest ik een hele tijd...

Antwerpen (2)

Antwerpen (2)

AntwerpenDe distributiesector van de 19e eeuw tot nuDe Groenplaats was al vroeg in de 19e eeuw een ontmoetingsplaats voor Antwerpenaars. In 1833 besloot het stadsbestuur om er twaalf stenen banken te plaatsen. Het bestuur wilde daarmee tegemoetkomen aan de groeiende...

Na de Tweede Wereldoorlog (5)

Na de Tweede Wereldoorlog (5)

Na de Tweede WereldoorlogDe distributiesector van de 19e eeuw tot nupexels.comjanuari 2020 Heel de sector van de eenheidsprijswinkels was zich in de periode na de Tweede Wereldoorlog aan het heroriënteren en -positioneren. De toenemende koopkracht in de jaren ’50 en...

Brussel (3)

Brussel (3)

BrusselDe distributiesector van de 19e eeuw tot nupexels.comjanuari 2020bon marché De Fransman Jean-Nicolas Thiéry emigreerde met zijn broer en zus naar Brussel in 1845. Samen lagen ze aan de basis van de Brusselse modewinkel ‘Magasins de Nouveautés’, op de hoek van...

Deze website gebruikt cookies. Wanneer je verder surft, accepteer je het gebruik ervan.  Meer info